Artikel 8 t/m 12: Bestuur

Artikel 8 – Bestuur: samenstelling en benoeming

  1. De vereniging wordt bestuurd door een bestuur dat bestaat uit ten minste drie natuurlijke personen. De algemene vergadering stelt het aantal bestuursleden vast.
    Het bestuur heeft een voorzitter (praeses), secretaris (ab actis) en penningmeester (questor).
    Het bestuur voorziet zelf in de verdeling van de functies, tenzij de algemene vergadering zich het recht voorbehoudt de voorzitter te benomen.
    De functies van secretaris en penningmeester kunnen in één persoon worden verenigd.
    Voor ieder van hen kan het bestuur uit zijn midden een plaatsvervanger aanwijzen, die bij ontstentenis of belet de functie vervult van degene voor wie hij als plaatsvervanger is aangewezen.
    Een niet-voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden.
    Het bestuur draagt er zorg voor dat de algemene vergadering zo spoedig mogelijk in de vacatures kan voorzien.
  2. De algemene vergadering benoemt de bestuursleden. Deze benoeming vindt plaats bij besluit genomen met een meerderheid van ten minste twee / derde van de uitgebrachte stemmen. Deze benoeming vindt plaats uit de leden van de vereniging.
  3. De benoeming van bestuursleden vindt plaats uit een voordracht. Het bestuur is bevoegd een voordracht op te maken.
    De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de algemene vergadering meegedeeld.
    De voordracht is bindend. Aan de voordracht kan evenwel het bindend karakter worden ontnomen door een besluit van de algemene vergadering, met ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen genomen.
    In die vergadering moet ten minste de helft van de leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
    Als de algemene vergadering het bindend karakter aan de voordracht heeft ontnomen, is zij vrij in de benoeming.
    De algemene vergadering is ook vrij in de benoeming als de voordracht niet uiterlijk bij de oproeping voor de algemene vergadering door het bestuur is meegedeeld.
  4. De wissel van een nieuwe bestuurder vindt plaats op de laatste algemene ledenvergadering van het verenigingsjaar.
  5. a. Bestuurders worden benoemd voor een periode van ten hoogste één jaar.
    Bestuurders treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster. Een volgens rooster aftredende bestuurder is onmiddellijk herbenoembaar.
    b. De in een tussentijds vacature benoemde bestuurder neemt op het rooster de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd.

Artikel 9 – Bestuur: einde functie, schorsing

  1. Een bestuurslidmaatschap eindigt:
    - door aftreden van een bestuurslid;
    - door overlijden van een bestuurslid;- door ondercuratelestelling van een bestuurslid of onder bewindstelling van zijn gehele vermogen;
    - wanneer het bestuurslid niet langer lid is van de vereniging;
    - door ontslag van het bestuurslid op grond van een besluit van algemene vergadering bij besluit genomen met een meerderheid van ten minste twee / derde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste de helft van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is;
    - wanneer het bestuurslid in staat van faillissement wordt verklaard, een regeling in het kader van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem van toepassing wordt verklaard of hij surseance van betaling verkrijgt;
    Een en ander met inachtneming van het hierna bepaalde.
  2. Een bestuurslid kan te alle tijde door de algemene vergadering worden geschorst. Deze schorsing vindt plaats bij besluit genomen met een meerderheid van ten minste twee / derde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste de helft van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is.
    De schorsing beloopt ten hoogste drie maanden en kan door de algemene vergadering eenmaal met die termijn worden verlengd. Volgt gedurende de schorsing geen ontslag, dan is de schorsing na het verloop van de termijn geëindigd. Het bestuurslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in de betreffende algemene vergadering te verantwoorden en kan zich daarin door een raadsman laten bijstaan.

Artikel 10 – Bestuur: bijeenroeping, vergadering, besluitvorming

  1. Iedere bestuurder is bevoegd een vergadering van het bestuur bijeen te roepen.
  2. De bijeenroeping van de vergaderingen van het bestuur vindt schriftelijk plaats, met inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen, de dag van bijeenroeping en die van de vergadering niet meegerekend, onder opgave van de dag, het aanvangstijdstip en de plaats van de vergadering en van de te behandelen onderwerpen (agenda).
    De bestuurder die voor dit doel een adres aan de vereniging bekend heeft gemaakt, kan tot de vergadering van het bestuur worden opgeroepen door een langs elektronische weg aan dat adres gezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht.
  3. De vergadering van het bestuur wordt gehouden op de plaats te bepalen door degene die de vergadering bijeenroept.
  4. Als wordt gehandeld in strijd met een van de bepalingen van de twee vorige leden kan het bestuur toch rechtsgeldige besluiten nemen, als alle bestuurders in de vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
  5. Een bestuurder kan aan een ander bestuurder schriftelijk volmacht verlenen om zich in de vergadering te laten vertegenwoordigen. Een elektronisch vastgelegde volmacht geldt als een schriftelijke volmacht.
    Een bestuurder kan alleen één medebestuurder in de vergadering vertegenwoordigen.
  6. In de vergadering van het bestuur heeft iedere bestuurder één stem. Voor zover in deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden de besluiten door het bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Artikel 11 – Bestuur: leiding van de vergadering, notulen, besluitvorming buiten vergadering

  1. De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur; bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
  2. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de vergadering worden gehouden.
  3. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter van de vergadering over de uitslag van een stemming is beslissend.
    Hetzelfde geld voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, als de meerderheid van de vergadering of, als de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk plaatsvond, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  4. Van het verhandelde in de vergadering van het bestuur worden notulen gehouden door de secretaris of door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon.
    De notulen worden – nadat zij zijn vastgesteld – door de voorzitter en de notulist van de vergadering ondertekend.
  5. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen als alle bestuurder zich schriftelijk vóór het voorstel hebben verklaard.
    Onder een schriftelijke verklaring wordt ook begrepen een langs elektronische weg gezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht, aan het adres dat het bestuur voor dit doel heeft vastgesteld en aan alle bestuurder bekend heeft gemaakt.
  6. Het bestuur wordt geadviseerd door een Raad van Advies.
    De Raad van Advies bestaat uit oud-bestuursleden en maximaal één ander ouderejaars lid dan wel oud-lid.
    De Raad van Advies heeft tot taak het bestuur te adviseren, met neme met betrekking tot beleidsmatige onderwerpen. De Raad van Advies kent haar eigen leden. Als de Raad van Advies geen leden kent, worden nieuwe leden door het bestuur aangewezen.

Artikel 12 – Bestuur: taken en bevoegdheden

  1. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging. Iedere bestuurder is tegenover de vereniging verplicht tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging en van alles met betrekking tot de werkzaamheden van de vereniging, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te alle tijden de rechten en verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend.
    Het bestuur is verplicht de bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaar te bewaren.
    Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bewaring van registergoederen, ook niet tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van een derde verbindt.
    Deze beperking van de bevoegdheid van het bestuur kan aan derden worden tegengeworpen.
    Het bestuur heeft de goedkeuring van de algemene vergadering nodig voor besluiten tot:
    a. het huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen of geven van registergoederen;
    b. het aangaan van geldleningen of kredietovereenkomsten;
    c. het uitlenen van gelden;
    d. het aangaan van een vaststellingsovereenkomst voor de beëindiging van een geschil;
    e. het optreden in recht, met inbegrip van arbitrale procedures, waaronder niet begrepen het nemen van conservatoire maatregelen en andere rechtsmaatregelen die geen uitstel kunnen lijden;
    f. het doen van investeringen en aangaan van andere rechtshandelingen die uitgaan boven het bedrag dat de algemene vergadering kan vaststellen;
    g. het aangaan, wijzigen of beëindigen van arbeidsovereenkomsten.
    De algemene vergadering kan bij een daartoe strekkend besluit duidelijk te omschrijven andere dan hiervoor omschreven besluiten van het bestuur aan haar goedkeuring onderwerpen. Een dergelijk besluit van de algemene vergadering wordt onmiddellijk aan het bestuur medegedeeld.
    Op het ontbreken van deze goedkeuring kan tegen en door derden geen beroep worden gedaan.

Reactie schrijven

Commentaren: 0