Artikel 3 t/m 7: Lidmaatschap, Aspirant-leden, Donateurs en Contributie

Artikel 3 – Lidmaatschap

  1. Lid van de vereniging kunnen zijn: natuurlijke personen die het doel en de statuten van de vereniging onderschrijven en daadwerkelijk willen meewerken aan de verenigingsactiviteiten en de opleiding Social Work van de Christelijke Hogeschool Ede volgen. Het lidmaatschap is persoonlijk en niet voor overgang vatbaar.
  2. Leden zijn zij die zich als lid bij het bestuur hebben aangemeld en door het bestuur als zodanig tot de vereniging zijn toegelaten. Bij niet-toelating door het bestuur kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.
  3. De algemene vergadering kan een lid, op grond van zijn bijzondere verdiensten voor de vereniging, tot erelid benoemen.
  4. De secretaris van het bestuur houdt een ledenregister bij, waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen.
  5. Een lid kan door het bestuur voor een periode van ten hoogstens drie maanden worden geschorst als een lid in strijd handelt met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Gedurende deze periode van schorsing kan het lid zijn lidmaatschapsrechten niet uitoefenen. Zijn lidmaatschapsverplichting blijven bestaan.
  6. Binnen één maand nadat het lid van het besluit tot schorsing in kennis is gesteld, kan dat lid tegen dat besluit in hoger beroep gaan bij de algemene vergadering en daar verweer voeren. Het bestuur is verplicht hiertoe de algemene vergadering bijeen te roepen binnen vier weken na ontvangst van het beroepschrift. Gedurende beroepstermijn en hangende het beroep blijft het lid geschorst.

Artikel 4 – Einde lidmaatschap

  1. Het lidmaatschap eindigt door:
    a. het overlijden van het lid;
    b. schriftelijke/digitale opzegging door het lid;
    c opzegging door de vereniging;
    d. één jaar na uitschrijving van de studie Social Work van de Christelijke Hogeschool Ede.
  2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan alleen plaatsvinden tegen het einde van een boekjaar, op voorwaarde dat dit schriftelijk en met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste een maand gebeurt. Opzegging kan met onmiddellijke ingang als redelijkerwijs van het lid niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. De contributie voor het lopende jaar blijft het lid verschuldigd. Te late opzegging heeft tot gevolg dat het lidmaatschap – met inbegrip van de daaraan verbonden verplichtingen – pas eindigt aan het eind van het volgende boekjaar, tenzij het bestuur op grond van bijzondere omstandigheden anders besluit.
    Een lid kan zich door opzegging niet onttrekken aan een besluit waardoor de financiële verplichting van de leden wordt verzwaard, behalve in het geval omschreven in de volgende alinea.
    Een lid kan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat een besluit waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard, hem bekend is geworden of is medegedeeld; het besluit is dan niet op hem van toepassing,
    Een lid kan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat hem een besluit tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm, tot fusie of tot splitsing is meegedeeld. In dat geval blijft hij de oorspronkelijk voor dat jaar vastgestelde contributie verschuldigd.
  3. Opzegging van het lidmaatschap door de vereniging vindt plaats door het bestuur, door middel van een schriftelijk bericht aan het lid, met vermelding van de reden(en) van opzegging.
    Opzegging is mogelijk:
    - als een lid niet meer voldoet aan de statutaire vereisten voor het lidmaatschap; of
    - als een lid – ondanks schriftelijke aanmaning – zijn verplichtingen ten opzichte van de vereniging niet nakomt; of
    - wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
    Bij het opzeggingsbesluit wordt ook de datum van beëindiging van het lidmaatschap vastgesteld. De contributie voor het lopende jaar blijft verschuldigd.
  4. Ontzetting uit het lidmaatschap vindt plaats door het bestuur, door middel van een schriftelijk bericht aan het lid, met vermelding van de reden(en) en de ontzetting. Ontzetting is alleen mogelijk als een lid in strijd handelt of heeft gehandeld met de statuten, regelementen of besluiten van de vereniging, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt of heeft benadeeld. De ontzetting gaat onmiddellijk in. De contributie voor het lopende jaar blijft verschuldigd.
  5. Binnen één maand nadat het lid van het besluit tot opzegging of ontzetting in kennis is gesteld, kan dat het lid tegen dat besluit in beroep gaan bij de algemene vergadering en daar verweer voeren. Het bestuur is verplicht hiertoe de algemene vergadering bijeen te roepen binnen vier weken na ontvangst van het beroepschrift. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid waarvan het lidmaatschap is opgezegd, geschorst.
  6. Aan de eis van schriftelijkheid van een opzegging of een bericht van ontzetting wordt niet voldaan als de opzegging of het bericht van ontzetting uitsluitend elektronisch is gecommuniceerd.

Artikel 5 – Aspirant-leden

  1. De algemene vergadering kan besluiten tot het instellen van het aspirant lidmaatschap. Aspirant-leden zijn geen lid, hebben geen stemrecht, maar kunnen wel deelnemen aan activiteiten van de vereniging. Er kunnen verschillende categorieën aspirant-leden zijn. Aspirant-leden hebben alleen toegang tot de algemene vergadering als die vergadering dat besluit. Zij hebben daar geen stemrecht.
  2. De in deze statuten voor leden getroffen regelingen over toelating, opzegging en ontzetting met de gevolgen daarvan, zijn zoveel mogelijk ook van toepassing op de aspirant-leden.
  3. De aan het aspirant-lidmaatschap verbonden financiële bijdrage per boekjaar, wordt door de algemene vergadering vastgesteld. De bijdrage kan per categorie verschillen, afhankelijk van de activiteiten die voor het aspirant-lid openstaan.
  4. Het bestuur houdt een register bij waarin de namen, geboortedata, en adressen van de aspirant-leden zijn vermeld.

Artikel 6 – Donateurs

  1. Donateurs zijn zij, die door het bestuur als zodanig zijn toegelaten. Er kunnen verschillende categorieën donateurs zijn. Donateurs zijn gebonden aan de statuten, reglementen en besluiten van de vereniging. Zijn hebben alleen toegang tot de algemene vergadering als die vergadering dat besluit. Zij hebben daar geen stemrecht.
  2. De in deze statuten voor leden getroffen regeling over toelating en opzegging met de gevolgen daarvan, zijn zoveel mogelijk ook van toepassing op donateurs.
  3. De algemene vergadering stelt het minimumbedrag vast dat, hetzij per boekjaar, hetzij eenmalig, door een donateur aan de vereniging is verschuldigd.
  4. De secretaris houdt een register bij waarin de namen en adressen van de donateurs zijn vermeld.

Artikel 7 – Contributie van de leden

  1. De leden betalen een jaarlijkse contributie, waarvan de hoogte wordt vastgesteld door de algemene vergadering. De leden kunnen daarbij in categorieën worden ingedeeld die een verschillende contributie betalen.
  2. Het bestuur is bevoegd om, wegens bijzondere omstandigheden, een lid geheel of gedeeltelijk ontheffing te verlenen van het betalen van contributie in enig jaar.
  3. De algemene vergadering kan besluiten dat de jaarlijkse contributie in gedeelten kan worden betaald en kan daaraan voorwaarden verbinden.

Reactie schrijven

Commentaren: 0